Titanic;

Hier de chronologie van het vergaan van de z.g. onzinkbare Titanic. Een schip ontworpen door scheepsbouwer Thomas Andrews.Op deze tekening zijn de waterdichte schotten te zien als de dikke lijnen, waardoor het schip onzinkbaar werd geacht.

Woensdag 10 april 1912 begon de Titanic aan haar eerste, en wat tevens haar laatste reis zou worden, vanuit Southampton aan de Engelse zuidkust naar New York.  Hoewel de reddings sloepen van het schip slechts ruimte boden aan  +/- 1500 opvarenden, bevonden zich er over de 2000 passagiers en bemanningsleden aan boord.Onder het commando van kapitein Edward John Smith ( 27-01-1850 ) werd op woensdag 10 april om 12 uur zee gekozen om  omstreeks 18.30 uur te ankeren voor de haven van Cherbourg waar 274 passagiers aan boord werden genomen en 22 passagiers het schip verlaten die enkel de overtocht van Southampton naar Cherbourg hadden geboekt. Kapitein Smith was een ervaren zeeman die eerder al over 8 schepen van de  White Star Line het bevel had gevoerd. Overigens niet altijd zonder problemen waarvan de laatste een aanvaring met de Olympic in 1911 en de Engelse oorlogsbodem de J.S.Hawk. Hij werd verkozen tot kapitein van de Titanic vanwege zijn eerder bewezen koelbloedigheid in precaire situaties en ook om zijn leeftijd en aantal dienst jaren voor de White Star Line. Het gerucht gaat dat hij na zijn reis met de Titanic met pensioen zou gaan. Na vertrek uit Cherbourg meert de Titanic de volgende ochtend om 12.00 uur aan in Queenstown ( het huidige Cobh ) in de baai voor Cork waar nog een aantal passagiers met een 3de klas kaartje aan boord komen. En donderdag 11 april om 13.30 uur begint de overtocht over de Atlantische Oceaan naar New York. Kapitein Smith zet geen rechtstreekse koers uit naar New York maar een iets zuidelijkere. Het was gewoonte om een zuidelijker route te varen om zo veel mogelijk ijsoverlast, aangevoerd door de koude Labradorstroom, te vermijden. Het is vrijdag 13 april en de Titanic vaart over vlakke zee bij windstil weer over de Noord-Atlantic. De eerste klas van het schip is overdadig luxe ingericht en op het promenade dek speelt een orkest om de eerste klas passagiers te behagen. Er wordt hier druk gedanst en gedronken terwijl de passagiers in de overige klassen zichzelf moeten vermaken,wat overigens best lukt. Het is zondagmiddag 14 april wanneer kapitein Smith besluit om zijn koers te veranderen in een rechte lijn naar New York waardoor hij noordelijker dan de normale koers maar wel sneller op zijn bestemming wil aankomen. Zittend aan de kapiteinstafel tijdens het diner krijgt kapitein Smith van de dienstdoende marconist te horen dat er door schepen uit de buurt wordt gewaarschuwd voor veel drijfijs. De kapitein negeert deze waarschuwing en excuseert zich om 21.30 uur om te gaan rusten in zijn hut. Het is weliswaar erg koud, maar voor de rest prachtig weer en het feesten is in volle  gang.  Om 23.35 uur luidt de uitkijk in het kraaiennest drie maal de alarmbel en waarschuwt telefonisch de brug voor een ijsberg aan stuurboord.Eerste stuurman Murdoch geeft onmiddelijk het bevel scherp naar bakboord te sturen, doch een zo groot schip als de Titanic luistert pas na enige tijd naar zijn roer zodat om 23.40 uur de Titanic op volle snelheid aan stuurboord met de voorsteven op de +/- 300.000 ton zware ijsberg botst. De huid van het schip raakt beschadigd van de boeg tot het 5de a' 6de compartiment. Het eerste uur loopt er ongeveer 24.000 ton water het schip binnen waardoor het voorschip steeds dieper in het water zinkt. Op de brug realiseerd men zich dat het schip zinkende is. Het maakt water over 5 compartimenten terwijl men had berekend dat het onzinkbaar was wanneer 4 compartimenten vol zouden lopen. Op maandag 15 april 00.05 uur geeft kapitein Smith opdracht om in de sloepen te gaan onder het mom van een oefening, een z.g. sloepenrol om paniek te voorkomen. Er is maar plaats voor iets meer dan de helft van de opvarenden in de sloepen omdat men hier weinig aandacht heeft besteed omdat het schip onzinkbaar werd geacht te zijn. Tevens geeft de kapitein de order aan de marconisten om een noodsein uit te laten gaan.  Hij realiseerd zich dat het schip snel zinkende is, want door de trim naar voren wordt in het 6de en en zelfs 7de compartiment water gemaakt door patrijspoorten en andere openingen wat het zinkproces aanmerkelijk versneld en het voorschip al snel onder water komt te staan. Ook begint het besef te ontstaan bij bemanning en passagiers hoe ernstig de situatie is. Verschillende bemanningsleden denken de lichten van een schip in de verte te zien en de kapitein geeft bevel om vuurpeilen af te schieten. Echter zonder resultaat.  Algemeen wordt aangenomen dat dit schip de Californian is. De marconist en kapitein Lord slapen echter en leden van de bemanning denken dat ze vuurpeilen afschieten omdat ze aan het feesten zijn. Zodat er geen aktie wordt ondernomen. Degeen die zegt dat het de zinkende Titanic is zal men voor gek verklaren. De Titanic is toch onzinkbaar? Het is echter nooit bewezen dat het de Californian is geweest. In die tijd waren de navigatiemiddelen zo slecht, dat bij positiebepalingen traden nog wel eens grote verschillen op. Om 0.50 uur geeft kapitein Smith het sein om het schip te verlaten en de eerste reddingsloep wordt te water gelaten met slechts 23 mensen erin waarbij plaats is voor minimaal 70. Aan alle kanten stroomt het water naar binnen door niet waterdichte openingen wat uiteraard het zinkproces doet versnellen. Om 2.05 uur verlaat de laatste sloep de Titanic en de marconist zend "we zijn snel aan het zinken...het kan niet lang meer duren" waarna ook zij hun post moeten verlaten vanwege het snel naderende water. Er zijn nog meer dan 1500 mensen aan boord.  Nog eens 5 minuten later is het 7de compartiment vol water gelopen en drukt het de boeg naar beneden en het water bereikt de brug. De voorste schoorsteen breekt af en stort in zee. De boeg van het schip steekt diep in het water en de kapitein geeft order "ieder voor zich" en nog geen minuut later valt de stroom uit en hult het schip in duisternis.  2.20 uur, het zinken van het schip gaat nu snel. Doordat het voorschip vol is gestroomd met water worden de spanningen op het schip onevenredig verdeelt en het schip breekt bij keteruimte 1 vlak achter de derde schoorsteen, en het voorschip zinkt weg. Het achterschip wordt ook naar beneden getrokken en volgt nog geen 5 minuten later het voorschip. Vrijwel rechtstandig verdwijnt het in de zee, vele passagiers en bemanningsleden meesleurend de diepte in. De sloepen proberen nog overlevenden uit het ijskoude water op te pikken, maar na een halfuur wordt het ijzig stil. Vele slachtoffers sterven aan onderkoeling.Om ongeveer 4.00 uur neemt het schip de Carpathia de eerste overlevenden aan boord. Voor iedere overlevende aan boord  van de Carpathia is, gaan er 4 uren overheen. Donderdag 18 april komt de Carpathia aan in New York. In de gietende regen staan familieleden te wachten in de hoop dat hun dierbaren tot de geredden behoren. Een van de grootste scheepsrampen is geschied.

 

Veel gegevens en foto's heb ik geciteerd uit de site van VRT nieuws uit Belgie.